Uitdaging en veiligheid
In België wordt de veiligheid van speelterreinen geregeld door een Koninklijk Besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen en betreffende de veiligheid van speeltoestellen.
Dit Koninklijk Besluit is enkel van toepassing op een écht speelterrein: nl. een terrein dat ’ten behoeve van spel en/of ontspanning gepland of ingericht’ is en waar minstens 1 ‘speeltoestel’ aanwezig is. In een gewoon buurtparkje of natuurgebied zonder speeltoestellen is dit KB dus niet per se van toepassing.
Heel veel is mogelijk mits goede risico-analyse
Maar ook op een echt ‘speelterrein’, wordt veiligheid niet gezien als het volledig wegnemen van risico’s. Want zoals de Engelsen het zo mooi zeggen: ‘no risk, no play’. Er wordt een afweging gemaakt tussen speelkansen en veiligheid. Bovendien leren kinderen al spelend risico’s inschatten en gevaren omzeilen. De risico’s waaraan ze worden blootgesteld moeten natuurlijk aanvaardbaar zijn. Ook volgens de wetgever is het niet de bedoeling om àlle risico’s te vermijden. Een uitbater van een speelterrein moet wel ‘onaanvaardbare risico’s’ zien te voorkomen.
Als uitbater van een speelterrein moet je dus een risicoanalyse (laten) maken waarbij uitspraken gedaan worden over de aanvaardbaarheid van risico’s. Hierbij worden verschillende facetten afgewogen:
– risico’s beredeneren: rekening houden met de eigenheid van de gebruiker, kans op ongeval, ernst van het letsel, mate van blootstelling aan het gevaar
– risico’s evalueren: afwegen van risico tegenover speelwaarde, tegenover de complexiteit van de mogelijke preventiemaatregel…
Bij speeltoestellen uit de handel, die ‘conform de normen’ zijn geproduceerd is dit gemakkelijk. Hiervan hoeft men geen gedetailleerde risico-analyses te maken. Speeltoestellen of constructies zonder deze verklaring, zijn echter niet verboden. Er is dus geen verplichting om de Europese normen te volgen. Allerlei creatieve constructies zijn dus mogelijk. Het is de risico-analyse die zal uitmaken of ze een aanvaardbaar risico inhouden.
Het maken van een dergelijke analyse vergt wel de nodige deskundigheid. De keuze van een ervaren en geschikte risico-analist (die bvb. ook de belangen van kinderen mee in overweging neem), is van groot belang.
Je kan perfect binnen de wettelijke regelgeving een avontuurlijk speellandschap uitbaten waar kinderen kampen kunnen bouwen, met water mogen spelen e.a.
VLOTTEN EN VLOTJES – Drijven, zinken en varen op het water. In het klein en in het groot.
Vóór het uitbaten
Bepaal eerst en vooral wie de uitbater is. Het is immers de uitbater die aan de hierna geschetste veiligheidsverplichtingen moet voldoen.
Voer een risicoanalyse uit, of huur iemand in om deze uit te voeren.
Indien er onaanvaardbare risico’s aanwezig zijn moeten deze worden weggewerkt. De wetgeving heeft het in dat verband over preventiemaatregelen. Dit kunnen technische aanpassingen zijn of organisatorische preventiemaatregelen (vb. toezicht). Op het ogenblik dat de risicoanalyse positief is (dus na toepassing van de eventuele preventiemaatregelen) mag het terrein worden opengesteld.
Hou administratie bij:
- toon aan dat een risicoanalyse werd uitgevoerd
- benoem de eventueel uitgevoerde preventiemaatregelen
- toon aan dat de risicoanalyse positief is
Tijdens het uitbaten
Als uitbater moet u de nodige ‘beheerwerken’ doen. De wetgeving benoemt 3 soorten handelingen.
- regelmatig nazicht
- onderhoud
- jaarlijkse inspectie
Hou hierover administratie bij:
- Maak een inspectie- en onderhoudsschema voor het ‘regelmatig nazicht, het onderhoud en de jaarlijkse inspectie’. Dat is een plan: als uitbater brengt u schematisch in kaart wie, wanneer de gevraagde onderhoudshandelingen zal doen.
- Toon aan dat het inspectie- en onderhoudsschema op een correcte wijze wordt opgevolgd. Hou de bewijzen van de uitgevoerde handelingen bij (bewijzen dat en hoe het regelmatig nazicht, het onderhoud en de jaarlijkse inspectie zijn gebeurd).
Aansprakelijkheid
Het is de rechter die beslist over de aansprakelijkheid wanneer zich een dramatisch voorval met juridische gevolgen voorvalt. Op dat moment is het belangrijk dat je als uitbater aantoont welke handelingen, redeneringen en acties je hebt toegepast met het oog op een veilige uitbating. Daarvoor is het belangrijk dat je je administratie goed bijhoudt (zie hierboven).
Ook water kan
Op dit moment is er geen specifieke regelgeving m.b.t. water op (natuur)speelterreinen. Ook hier geldt het gezond verstand en de principes van de risico-analyse.
Als vuistregels kunnen gelden:
– Beperk de waterdiepte, rekening houdend met de leeftijd (max. 50 cm, bij jongere kinderen: max. 30 cm)
– Bewaak de waterkwaliteit, zorg voor voldoende (natuurlijke) doorstroming en waterverversing, volg goed op (bijv. blauwwier, vogels)
– Anticipeer op valgevaar (beperkt hoge constructies boven water)
– Zorg dat kinderen niet wegzakken in de bodem
– Werk met zwak aflopende oevers (max. 1:4 à 1:3) en een horizontale plasberm van bijv. 50 cm breed
– Maak de waterrand voldoende zichtbaar
Meer info lees je in de Springzaad.be vzw publicatie ‘Water op speelplekken – durven en doen!‘
Meer lezen over veiligheid?
- De website van FOD Economie geeft meer uitleg over het KB en haar toepassing. Hier vind je o.a.:
– het “Handboek over de veiligheid van speelterreinen“
– NIEUW: Veiligheidsgids avontuurlijke natuurspeelomgevingen
– vaak gestelde vragen
– de wettekst zelf: KB betreffende de uitbating van speelterreinen
- Brochure “Geen leven zonder risico”s”
- Playing Outdoors, Helen Tovey, Open University Press, New York, USA, 2007. In 2011 verscheen de Nederlandse vertaling van dit boek: Laat ze buiten spelen, pleidooi voor gezonde risico’s. ISBN 978-90-441-2793-5
- de Nederlandse studie “Speelnatuur en veiligheid – richtlijnen en aanbevelingen voor terreinbeheerders”
Vormingen rond veiligheid
Speelom is een vzw die vormings- en informatieactiviteiten aanbiedt ‘over de veiligheid van speelterreinen en speeltoestellen om de speelwaarde en de veiligheid van speelomgevingen te bevorderen’.